Hoe de filosoof en ik het niet weten

Hoe de filosoof en ik het niet weten

Moet ik altijd een punt maken, of mag het ook een komma zijn? Eén van de vragen die me bezighoudt mijn onderzoek naar niet weten. Twijfel, verwondering, onzekerheid en omgaan met ambiguïteit.. het zijn allemaal elementen die horen bij niet weten. Niet altijd prettig, maar wél nuttig. Ik onderzoek verschillende perspectieven, waaronder het filosofische. Ik betrap mezelf op het zoeken naar conclusies en punten, maar vind vooral vragen en komma’s.

Meer weten over niet weten
Waarin zit de kracht van niet weten? Intuïtief heb ik wel een idee. Door niet te snel een antwoord te hebben, een oordeel te vellen of je mening te ventileren, creëer je ruimte voor nieuwe inzichten en verrassende ontmoetingen. Er zijn steeds meer complexe vraagstukken, in de wereld en in organisaties, met meerdere lagen en facetten. Pasklare antwoorden en snelle oplossingen werken dan vaak niet.  Wetenschappers, psychologen, communicatiedeskundigen, onderwijskundigen…ze houden allemaal gretig een pleidooi voor niet weten. Maar geen ander lijkt het niet weten zo te omarmen als de filosoof.

De filosoof als ultieme twijfelaar
In de filosofie is veel nagedacht en geschreven over het niet weten. Als ik me begin te verdiepen ontvouwt zich een wereld aan weet-mogelijkheden. Dat is overweldigend én inspirerend. Het wordt me duidelijk dat filosofen zich bewust zijn van wat ze niet weten of snappen. En nieuwsgierig zijn naar wat zich bevindt aan de randen van hun ‘weten’. Ze omarmen onzekerheid, twijfel en verwondering als deugden. Sterker nog, dat niet weten is voor filosofen de bron om te gaan onderzoeken en vragen te stellen. Socrates zei dat hij weet dat hij niets weet. Dat hoe meer je weet, hoe minder je weet. Slimme mensen twijfelen dus meer, en dat is niet sceptisch bedoeld. Want weten dat je niets weet, of op z’n minst heel veel niet, nodigt uit tot nadenken. Meer van deze tijd is het boek ‘Niet weten als levenshouding’ van Jan Oegema. Daarin beschrijft hij het niet weten als een gemoedstoestand, een soort alertheid en manier om naar de wereld te kijken die de moeite waard is om te omarmen. Klinkt goed, en ook abstract als je het mij vraagt.

De kunst van het dwalen
Ik raak al snel een beetje de weg kwijt op het filosofische pad. Ik word me bewust van mijn eigen ongemak, wil graag ‘weten hoe het zit’. Het boek van Oegema leg ik aan de kant, te veel vraagtekens. In ga in gesprek met filosofe Mieke Moor. We praten over het ongemak van niet weten, twijfel, ambiguïteit en onzekerheid. Het gaat er volgens haar om het niet weten te kunnen laten zijn zonder dat het ergens toe leidt. Vragen stellen en die leven is volgens Mieke Moor de essentie van het niet-weten leven. Het komt me voor dat filosofen meesters zijn in het vermogen hun verwondering en vragen over zo ongeveer alles, te laten bestaan. Ik vind het inspirerend om de kwetsbaarheid te zien die het vraagt te dwalen en dolen als een filosoof. Maar toegeven, ik vind richting, en een doel, ook wel prettig. De doelloosheid die het omarmen van niet weten vraagt is voor mij misschien toch niet helemaal weggelegd.

Van ongemak naar inspiratie en nieuwe vragen
Aan de kracht van niet weten kan ook een grens zitten. Namelijk; wat dóe je ermee? Maakt het je nieuwsgierig, ga je onderzoeken? Of legt het je lam? De filosofie werpt een voor mij inspirerend licht op het niet-weten. Dat het niet direct nuttig en doelgericht hoeft te zijn en tegelijkertijd een bron kan zijn vanuit waar je in actie komt. Het hele ding met je verwonderen, iets afvragen en ergens nog geen weet van hebben is dat het enige dat je misschien weet is dat het waarde heeft om het even zo te laten. Ik neem me voor dat vermogen meer te ontwikkelen. En ook al wéét ik inmiddels dat het niet weten me uiteindelijke verder brengt, het blijft ongemakkelijk en went misschien wel nooit.